De shih-tzu is waarschijnlijk één van de meest extraverte onder de oosterse rassen. Met zijn chrysantachtig gezichtje, zijn overvloedige beharing en zijn speels levendig karakter, vormt hij een ideale kleine gezelschapshond.
*
Geschiedenis: Waarschijnlijk werd de shih-tzu in China gefokt uit een Tibetaanse terriër en een pekingees. Bedoeling was om de shih-tzu het beeld van een leeuw te geven, het zinnebeeld van het Boeddhistische geloof.
*
Karakter: Een shih-tzu is heel intelligent. Niettegenstaande zijn korte pootjes is het toch een zeer actieve hond, die ook als waakhond zijn mannetje kan staan. Hij is enorm vriendelijk en onafhankelijk.
*
Gebruik: Het is een echte huishond, maar toch hebben shih-tzu’s veel beweging nodig. Een dagelijkse wandeling is echt wel noodzakelijk.
*
Opvoeding: Een shih-tzu vraagt een strakke opvoeding, maar hij mag ook niet te hard behandeld worden. Met liefde, geduld en doorzettingsvermogen, valt hem wel wat bij te brengen.
*
Verzorging: Het lange, weelderige haar vraagt een dagelijkse kam- en borstelbeurt. Minstens één keer per maand moet de shih-tzu in bad. Men moet ook goed letten op het zuiver houden van de oogjes.
*
Bijzonderheden: Shih-tzus houden niet van alleen zijn. Ze zijn weliswaar onafhankelijk, maar toch moet men er voor zorgen dat er altijd iemand in de buurt is. Zoniet gaan ze treuren.
*
Raskenmerken: De shih-tzu is een stoere hond. Hij valt dadelijk op door zijn overvloedige beharing en zijn chrysantachtig hoofd. Hij meet zichzelf een voorname, arrogante houding aan.
*
Grootte: maximaal 26,7 centimeter
*
Gewicht: tussen 4,5 en 8,1 kg
*
Vacht: lang, dicht, mag niet krullen, licht gegolfd is toegestaan. Er moet een goede ondervacht aanwezig zijn. Het wordt aangeraden om het haar op het hoofd bij elkaar te binden. Een shih-tzu komt voor in alle kleuren. Bij de meerkleurige variëteit is een witte bles op het voorhoofd en een witte staartpunt gewenst.